De leraar doet ertoe!
Tamar Janssen • September 22, 2019
Veiligheid, betrokkenheid, relatie, competentie, autonomie, enthousiasme en motiverend.

Heb jij die fijne herinnering ook? Dat je terugdenkt aan je basisschooltijd en dat daar die ene leerkracht zat, die jij je tot op de dag van vandaag nog herinnert?
Voor mij is dat meester Pieter. Mijn meester van groep 8. Als je bij meester Pieter kwam, was er het “shitpotje.” Elke keer als je “shit” zei, moest je 10 cent betalen. Op de linkerflap van het krijtbord werd de tussenstand bijgehouden. En elke cent ging naar Randy, het Foster Parents kind van de school. En elk kind betaalde zijn “schuld” keurig af.
Ook een hand geven aan meester Pieter, voel ik nog tot op de dag van vandaag als ik eraan denk. Als hij je een hand gaf, rolde hij met de botjes in je hand. Dat deed pijn, maar je wilde hem elke keer weer een hand geven …en…. het proberen terug te doen!
Saaie en moeilijke vakken maakte hij leuk. Gingen we bijvoorbeeld ontleden, dan maakte hij voorbeeldzinnen om het uit te leggen. De kinderen uit de klas speelden in deze zinnen altijd de hoofdrol. Geweldig! En elke keer maar hopen, dat jouw naam werd gebruikt. Betrokkenheid 100% gegarandeerd!
Ook het voorlezen was een dagelijks terugkerend feest. Met in het bijzonder voorlezen op vrijdagmiddag, uit Koning van Katoren van Jan Terlouw, waren de 15 beste minuten van de week.
Men zegt vaak: “Het valt of staat met de leraar.”
Een veel gehoorde, terechte uitspraak. Merk je zelf ook niet, dat je beter met iemand kan samenwerken als er een goede relatie is, dan wanneer de relatie ontbreekt?
Dat je eerder iets probeert, als die persoon je het gevoel geeft, dat jij het kan?
Dat je eerder iets aandurft, als jij gelooft in je eigen kunnen?
Wat zou het toch mooi zijn als we ieder jaar opnieuw een leerkracht hebben die:
• zorgt voor een veilige, fijne sfeer, waarin iedereen zichzelf kan zijn en zich kan ontwikkelen. Waarin de waardering naar elkaar voelbaar is en uitgesproken wordt.
• het gevoel van eigen kunnen (autonomie) voorop stelt, met of zonder hulp van een ander. Die enthousiasmeert, die motiveert, die kinderen uitdaagt, die feedback geeft op het leerproces.
• kinderen leert te geloven in hun eigen kunnen, in het plezier dat ze ergens aan beleven, door ze opdrachten te geven, in welke vorm dan ook, om ze dit te laten ervaren.
WOW! Wat zou dat mooi zijn!
Lukt dat altijd, bij iedereen?.......Nee, helaas niet.
Iedereen is anders. Elk kind is anders en heeft andere onderwijsbehoeften. Wat het ene kind heel prettig vindt, belemmert het andere kind in zijn ontwikkeling. En de ene leerkracht is de andere niet. Stemgebruik, aanpak, structuur, werkwijze. Iedere school probeert zoveel mogelijk eenduidig te zijn, maar iedere leerkracht geeft hier zijn eigen draai aan. En dat is maar goed ook.
Maar dat de leerkracht er toe doet, dat mag duidelijk zijn.
Vertel eens? Aan wie heb jij die goede herinnering?

Citotijd Het is weer januari, tijd voor Cito’s! Het ene kind laat het gelaten over zich heen komen, voor het andere kind een periode van spanning en stress. Waarom zijn die Cito’s er eigenlijk? Wat betekenen die letters en hoe moet ik de scores interpreteren? Hoe het allemaal begon In 1966 maakten kinderen in Amsterdam de eerste Amsterdamse schooltest. Deze test was ontwikkeld door dhr. De Groot. Hij ontwikkelde een instrument dat alle kinderen dezelfde kansen gaf om te laten zien wat ze konden. Afkomst, geld, status of woonplaats bepaalden niet langer het vervolgonderwijs. Twee jaar later, werd het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito) opgericht. Dit bedrijf werd verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een test die ervoor zorgde dat kinderen uit de zesde klas (nu groep 8), een passend advies richting het vervolgonderwijs konden krijgen. En nu, ruim 50 jaar later, wordt er op een groot deel van de basisscholen in Nederland, nog steeds gebruik gemaakt van de Citotoetsen. Op sommige scholen als Eindtoets, maar op de meeste scholen wordt gebruik gemaakt van het gehele leerlingvolgsysteem. Cito LOVS Het LOVS is een leerlingvolgsysteem, waarmee de kinderen twee maal per jaar worden getoetst. Dit gebeurt rond de maanden januari en juni. Zo is er een meting halverwege het jaar en aan het einde van het jaar. Uit die metingen (toetsen) volgen scores, maar wat houden die scores nu precies in? Wanneer een kind een III score behaalt, functioneert het kind op het landelijk gemiddelde. Een II of I valt boven het landelijk gemiddelde en een IV of V score valt eronder. Wanneer er een CIII score wordt behaald, functioneert het kind op het landelijk gemiddelde, terwijl het kind bij een C IV score net iets onder het landelijke gemiddelde zit. Voorheen werden vooral de letters A t/m E gebruikt, tegenwoordig ziet men steeds vaker de Romeinse cijfers I t/m V.

Staartdelingen, ken je ze nog? Die ellenlange deelsommen tussen die schuine strepen? Ik had er vroeger een hekel aan. Hoewel ik rekenen heel leuk vond, was dit mijn minst favoriete rekenstrategie. Ik kon het wel, maar het duurde zo lang en het was zooo saai…… Wanneer je kind in groep 7 en 8 zit, krijgt het ongetwijfeld te maken met de staartdelingen, of deelschema’s, of delingen zoals het tegenwoordig genoemd wordt. Zelfde beestje, ander naampje zou je zeggen… Maar helaas, ook de manier van uitrekenen is anders geworden. Niet alleen is er een verschil met vroeger, maar ook per rekenmethode kan het verschillen hoe dit type som wordt aangeboden. En zelfs leerkrachten geven hier soms hun eigen draai aan, als ze merken dat een andere manier dan het boek, beter werkt voor kinderen. Tja….en dan komt je kind op een dag thuis met deelsommen en wil het graag jouw hulp hebben. Met de beste bedoelingen van de wereld gaan jullie zitten en leg jij het uit. Het ideaal beeld waarbij de ouder uitlegt, het kind het snapt en daarna alle sommen kan maken, komt steeds minder vaak voor. Vaak ontaardt de goede bedoelde hulp in gedoe: “Ik snap het niet,” krijg je te horen, of “de meester legt het anders uit” en “zo moet het niet, mam!” Je kind helpen. Als ouder doe je dit graag voor je kind. Niet altijd gaat het even makkelijk, omdat je de rekenstrategie die op school wordt gebruikt, niet kent. Wellicht was jijzelf geen ster in rekenen of ben je er juist heel goed in, maar vind je het lastig om dit duidelijk aan je kind uit te leggen? Denk ook eens aan de lange werkdagen, waarop je moe thuis komt, terwijl er nog gekookt moet worden, een stukje huishouden echt niet kan blijven liggen en de hond nog moet worden uitgelaten. Soms is het fijn als iemand dit van je kan overnemen. Zonder strijd, zonder gedoe, in een afgebakende hoeveelheid tijd. Niet structureel. Alleen als je kind het nodig heeft. De praktijk heeft deze optie. Wekelijks is er een rekenuurtje. Dit uurtje is opgebouwd in 4 blokken, waarin 4 kinderen 1 op 1, uitleg kunnen krijgen over een bepaalde rekenstrategie. Niks structureels, gewoon aanvragen voor die ene keer dat je kind het nodig heeft. Even extra tijd en aandacht besteden aan iets dat jouw kind lastig vindt. Instructie krijgen, samen oefenen en het vertrouwen geven dat na dit kwartier je kind het verder zelf kan doen. Aanmelden kan vanaf nu! Iedere week maar 4 plekken, dus vol=vol. Aanmelden kan via een pb op facebook. Tevens kan er een mail gestuurd worden naar tamar@rtpraktijktjanssen.nl of ga naar de site www.rtpraktijktjanssen.nl en laat een bericht achter via het contactformulier. Ik neem dan contact met je op!